Beschrijving
~VERKOCHT~
Een zeldzame Brantjes aardewerk vaas met een decor van een rond de vaas krullende paradijsvogel en gestileerde papavers. Het decor-ontwerp is van Chris (C.J.) Lanooy (St. Annaland, 1881- Epe, 1948) die een jaar eerder bij de Plateelbakkerij Zuid Holland dit decor had ontworpen en uitgevoerd op een grote vaas.
Van deze Brantjes vaas zijn 3 stuks bekend, een in een private collectie en een ander in de collectie van het Rijksmuseum. De Rijksmuseum vaas staat afgebeeld in “Purmerend Jugendstil Aardewerk 1895-1907”, pag. 114 en in het Supplement, pag. 29 en ook in “Art Nouveau in het Rijksmuseum”, pag. 129. Zie collectie Rijksmuseum
Gemerkt met het fabrieksmerk in penseel, model number 1117, dec. A, schilder signatuur (vermoedelijk) B.J. Boeziek. Hoog 29 cm. De vaas in het Rijksmuseum is gemerkt met de schilder signatuur van Chris Lanooy.
Door de toenemende (kunst)handel met Japan aan het einde van de negentiende eeuw raakten veel kunstenaars gefascineerd door het gebruik van opvallende kleuren, motieven en perspectieven in Japanse houtsneden en aardewerk. Chris Lanooy liet zich ook beïnvloeden door de Japanse stijl, wat goed te zien is in de ontwerpen die hij maakte voor Zuid-Holland, Brantjes en Haga.
Deze zeldzame Brantjes vaas is Lanooy’s interpretatie van een traditionele kacho-e. Zij toont een combinatie van een paradijsvogel met enkele klaprozen/papavers. De stijl, die doorgaans werd gekenmerkt door afbeeldingen van inheemse vogels en planten, vond veel aftrek onder Westerse kopers. Lanooy’s interpretatie combineert de kacho-e echter met invloeden van andere Oosterse afbeeldingen, waaronder het motief van de Hou-ou of Japanse feniks:
(Isoda Koryusai 1735-1790 ‘Phoenix and Paulownia Tree’- MFA Boston)
In plaats van de paradijsvogel zittend op een tak af te beelden, doet de dynamische manier waarop de vogel zich om de vorm van de vaas slingert denken aan de manier waarop de hou-ou op Japanse vazen werd afgebeeld. Lanooy werkt het mythische motief verder uit door de feniks/paradijsvogel te combineren met papavers, die zowel als metafoor voor de ‘eeuwige slaap’ als voor de ‘verbeelding’ kan worden gezien, gebaseerd op de geestverruimende eigenschappen van de plant. Door deze papavers in meerdere stadia van hun levensloop af te beelden, benadrukt Lanooy het verbeeldingsprikkelende aspect van de metamorfose in de natuur. Al met al lijkt het decor de boodschap te illustreren dat de natuur meer is dan wat men op het eerste oog ziet, en een magische zijde lijkt te bezitten.
(tekst & research: Lizzy Boel)